
Ze zakt weg in de diepte, steeds verder het moeras in. Het duister omvat haar. Ze doet haar kleren uit en bekleedt zich met modder. De kou bereikt haar botten, maar na een tijdje voelt ze de aarde als een warme, troostende deken over haar lichaam …
Als ze haar ogen opslaat is het oogverblindend wit. Fel schijnt de ochtendzon door het raam. Een vroege merel zingt. Haar lakens voelen koud en klam. Heimwee verteert haar. Als ze probeert op te staan, wordt ze door onzichtbare handen teruggetrokken in de duisternis.
Geplaatst op SchrijvenOnline bij weekopdracht #84
"Stel je voor dat je personage opeens in een put zit. Wat hoort, voelt, ruikt je personage? Wat doet je personage om uit die put te komen? Show don't tell" door Roos Waaijer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten